Parasieten, huisdieren en mensen… zij delen vaak meer dan u denkt!
Het is vrij normaal dat elke hond of kat een keer in zijn leven besmet raakt met parasieten (wormen, vlooien of teken). In feite loopt uw huisdier al vanaf jonge leeftijd het risico besmet te raken met min of meer ernstige gevolgen, die kunnen variëren van een lichte irritatie tot een levensbedreigende aandoening wanneer behandeling uitblijft.
Sommige parasieten kunnen ook mensen besmetten en zo ziekten overdragen. Door zorg te dragen voor de gezondheid van uw huisdier, beschermt u ook uw gezin.
Helaas zijn de risico’s voor mensen reëel en kunnen variëren van buikpijn tot ernstige aantasting van het gezichtsvermogen. Het goede nieuws is dat u op eenvoudige wijze uw huisdier en uw gezin kunt beschermen. Bovendien, hoe meer u weet over parasieten bij huisdieren, des te beter kunt u toekomstige risico’s vermijden en uw huisdier en gezin beschermen tegen ziekten en ongemak.
De wormen in de darmen van hond en kat produceren heel veel eitjes (200.000/dag). Die eitjes worden met de ontlasting uitgescheiden en zijn met het blote oog niet zichtbaar. Ook zijn ze direct na uitscheiding nog niet besmettelijk. Dat zijn ze pas na enkele weken, als zich in de eitjes larven hebben ontwikkeld. Door opname van deze besmettelijke eitjes infecteren de hond en de kat zich. Bijvoorbeeld door het likken aan de vacht of het opnemen van grond. Pups en kittens kunnen zich ook besmetten via de moedermelk en pups zelfs al in de baarmoeder. Daarom worden jonge kittens en pups bijna altijd geboren met spoelwormen.
Door bijvoorbeeld onvoldoende hygiëne na het spelen in een zandbak, werken in de tuin of in het plantsoen. Ook het eten van besmette, slecht gewassen groente kan een infectie veroorzaken.
De mens kan dus eitjes opnemen door contact met besmette grond. Uit bloedonderzoek is gebleken dat ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking wel eens een infectie heeft meegemaakt.
Na opname van de besmettelijke eitjes komen de larven in het darmkanaal vrij. Deze larven trekken door het lichaam en kunnen in diverse organen terecht komen en zich daar nestelen. Meestal verloopt dit onopgemerkt. Soms treden er toch ziekteverschijnselen op , deze lijken op de griep. Soms treden er long- en leverproblemen op. Bij uitzondering komen de larfjes in het oog terecht. Omdat kinderen meer contact met de grond hebben en minder op de hygiëne letten, is de kans op een besmetting en zelfs herhaalde besmetting groter dan bij volwassenen.
Meestal zie je er niets van als een hond of kat spoelwormen heeft. Soms zijn ze te zien in braaksel of ontlasting. Ze lijken op een elastiekje van ongeveer 10 cm lang. De kleur varieert van bleekgeel tot rozeroodachtig. De dierenarts kan een infectie aantonen door onderzoek van de ontlasting onder de microscoop. De eitjes van de spoelwormen worden dan in de ontlasting gevonden.
Door goed en regelmatig ontwormen van hond en kat kan een besmetting van de omgeving voorkomen worden. Onze aandacht moet ook uitgaan naar onze persoonlijke hygiëne.